Back to the bush

Met lichte tegenzin breken we op in Broome. We hebben genoten van het strand en de zee. Van onze buurman Richard (75) krijgen we een eigenhandig gevangen snapper mee. Gelukkig gefileerd en vacuum. Hij was eigenlijk van plan om die avond fish & chips te maken voor de kinderen...
We maken nog even gebruik van de stadse voorzieningen van Broome: Willem en Dirk gaan naar de kapper in Chinatown terwijl Loet een laatste cappuchino en lime-ginger fizz scoort.
Dan beginnen we aan het laatste deel van onze road trip; 2000 km naar Darwin. Vandaag rijden we 400 km naar Fitzroy Crossing. Alles over asfalt, dus een makkie. Om 12.00 steken we de Fitzroy river over: een machtige rivier die in the Wet tientallen meters stijgt. Het water stroomt dan met zo'n enorme kracht, dat de rivier de haven van Sydney in 5 uur zou kunnen vullen! Fitzroy Crossing is een aboriginal dorp met 1500 inwoners. Het 'centrum' bestaat uit een Shell benzinestation. De camping heeft een groot veld waar we onder een paar bomen onze tent opzetten. Loet en de kids gaan naar het zwembad terwijl Willem als rechtgeaarde mijnbouwer de zoveelste (Geikie Gorge, op foto is te zien hoe hoog het water komt tijdens 'the wet') bezoekt. Helaas bleek deze identiek aan de 12 voorgaande gorges. Alle voorzieningen zijn gebouwd op palen of liggen op een heuveltje, zoals het zwembad. Zo zijn ze goed bestand tegen de jaarlijkse overstromingen. Toch moet je er niet aan denken om hier maandenlang afgesloten te zitten van de buitenwereld. In the Dry us het al erg genoeg met buurdorpen op minimaal 200 km afstand. In deze negorij lopen wij wel het eerste Nederlandse gezin tegen het lijf sinds Cairns. Jammer dat de kinderen van 1 en 4 net een maatje te klein zijn voor die van ons.
's Avonds genieten we van de snapper.